resultaten van de enquête Vervoer voor Iedereen!
Vervoer voor iedereen
De resultaten van de enquête die in de maand mei door de inwoners van de gemeente Oirschot is ingevuld over buslijnen 142 en 143 zijn verzameld. De belangrijkste conclusie is dat veel mensen de auto als alternatief gebruiken, maar niet voor iedereen is dat de oplossing!
Aanleiding…
Sinds december 2014 is de dienstregeling van de bussen 142 en 143 door Arriva verminderd. Dit leidde in veel kernen tot actie en met resultaat! Als proef zijn er een beperkt aantal ritten uitgebreid. Als er voldoende mensen van deze diensten gebruik gaan maken, kan de uitbreiding definitief worden.
Dit is niet de juiste oplossing voor iedereen. Daarom is een korte vragenlijst uitgezet om meer zicht te krijgen op de behoefte, mogelijke knelpunten en de voorwaarden waaraan een oplossing moet voldoen. Het doel is om samen met betrokken bewoners een lokale vervoersoplossing te realiseren. De werkgroep bekijkt nu welke oplossingen mogelijk zijn en het beste aansluit op de behoeften van de inwoners van Oirschot.
De opdracht in de gemeente Oirschot hangt samen met soortgelijke opdrachten in Hilvarenbeek, Reusel-De Mierden en Bladel. Per gemeente is een lokale werkgroep opgericht die wordt ondersteund door Stichting Zet.
Resultaten vragenlijst
Ruim 200 inwoners in de gemeente Oirschot hebben de vragenlijst ingevuld. Uit de resultaten blijkt dat men vooral in Middelbeers en Oostelbeers de busverbinding in de avonden en weekenden mist. Dit wordt vaak opgelost door zelf met de auto te rijden of met iemand mee te rijden. Vooral voor mensen uit de groep 16-24 jaar ontbreekt een alternatief vervoermiddel. Bij de vraag hoe een alternatieve vervoersoplossing er uit zou kunnen zien, geven de meesten een voorkeur aan voor een vaste route met vaste tijden, een kleine bus en een centraal opstappunt. Een kleiner aantal inwoners wil graag gebruik maken van een vervoersmiddel op afroep.
Hoe nu verder?
Op basis van de resultaten gaat de werkgroep de haalbaarheid van een aantal oplossingen onderzoeken. Hierbij kijkt de werkgroep hoe groot de vraag is, welke alternatieven er zijn, wat de kosten zijn en hoeveel vrijwilligers er voor nodig zijn.
Als het initiatief haalbaar blijkt, is er de mogelijkheid om tot half december 2015 gebruik te maken van de subsidieregeling ‘’Kleinschalige mobiliteitsoplossingen’’ van de provincie Noord-Brabant. Het uitgangspunt voor het verkrijgen van deze subsidie is dat de oplossing structureel is en dat het zelfstandig kan bestaan.